Laatst werd mij gevraagd wat de toegevoegde waarde is van nóg een ster in het psychologie-firmament die toegepaste psychologie heet. Is de wereld niet al overbezet met werkloze afgestudeerde psychologen met al hun verschillende specialisaties?
Ik zou naïef zijn als ik beweer dat er in het bovenste geen kern van waarheid zit. Toch wil ik duidelijk maken dat er wel degelijk plaats is voor de toegepast psycholoog in de wereld die overbezet is met psychologen.
De oorzaak van mijn positieve instelling is de herinnering aan het programma met de vergelijkbare naam als de titel van deze blog. Het programma dat min of meer uit nood is geboren, toonde letterlijk mooie plekken van Nederland met wat licht commentaar op de achtergrond. De AVRO zond het in de jaren 70 van de vorige eeuw uit toen er veel concurrentie was in omroepenland om kijkcijfers binnen te halen. Hoewel weinig programmamakers iets in het programma zagen, werd het tóch een succes omdat het rust uitstraalde terwijl de camera steden en dorpen verkende. De serie wordt volgens Wikipedia nog steeds herhaald.
Tijdens het netwerken valt me namelijk op dat bij bepaalde problemen soms zwaar ingezet wordt. Kosten nog moeite worden bespaard om een onderzoek in te stellen over hoe het gedrag van een bepaald doelgroep dusdanig veranderd dient te worden om het gewenste resultaat te bereiken. De resultaten van het onderzoek worden vervolgens verzameld en er worden conclusies getrokken. Vervolgens rolt er een advies of aanbeveling uit waarbij het geven van een training tot een van vervolginterventies kan horen. De training wordt dan opgezet die de doelgroep maar even moet doen, met de vanzelfsprekenheid dat de doelgroep zich geroepen voelt om de training daadwerkelijk te volgen. Helaas blijkt in de praktijk dat de doelgroep helemaal niet zit te wachten op de training, laat staan dat ze het met plezier willen doen. In de meeste gevallen verdwijnt het onderzoek met conclusies, aanbeveling en interventie in een la, of de cyclus van onderzoek, conclusie en aanbeveling kan -afhankelijk van de noodzaak en de financiële ondersteuning- nog een tijdje doorgaan. Een ander variant is dat op grond van enkele aannames met veel bombarie een training of voorlichting wordt opgezet die vervolgens door niemand wordt gevolgd of begrepen.
Natuurlijk hebben de verschillende psychologen, sociologen en onderwijskundigen met hun beste inzet hun specialisaties zo correct mogelijk toegepast. Wat ik als toegepast psycholoog echter telkens mis, is de menselijke factor en de toepassing van het resultaat in de praktijk: hoe kan de doelgroep het nut van de interventie inzien zodat deze het geleerde vervolgens inzet? Ofwel, is men wel geïnteresseerd in de doelgroep, heeft men überhaupt persoonlijk contact met hen gehad? Hoe denken ze, wat vinden ze, wat willen ze? Ik denk dan aan de goede bedoelingen van een prachtige training ter voorkoming van burenruzie die slechts door één deelnemer bezocht werd. Saillant detail was dat de deelnemer niet eens tot de doelgroep behoorde. Of een communicatietraining die met alle liefde opgezet werd ter verbetering van de communicatie voor specialisten met slechts vier deelnemers. Mij wordt dan gezegd dat het komt omdat de deelnemers geen tijd hebben of dat de noodzaak bestaat om een vervolgonderzoek erop los te laten over het leergedrag van de deelnemers, alsof dat de zin in het volgen van een training of presentatie direct zal verhogen.
Als ik dan spreek met collega’s die zeggen geen werk te hebben, omdat ze de zoveelste psycholoog zijn of omdat de wereld hun specialisatie nog niet hebben ontdekt, dan komt bij mij opnieuw de titel van het programma “Ontdek je plekje“ boven. Wij toegepast psychologen zijn zeker nuttig en zelfs nodig; het enige wat we hebben te doen is ons plekje ontdekken en dat claimen.